Waalsprong

Toespraakje bij de opening van de culturele fiets- en wandelroute in Nijmegen-Noord op 10 oktober 2006

Geachte aanwezigen,

Vroeger woonde ik in Brabant; in mijn dorp stroomde de Dommel, prachtige naam voor een stroom waarbij je weg kon dommelen. Ik liet me wel eens met een kano uit op haar lichte golfslag, soms met een meisje en dan was het moeilijk, je evenwicht te bewaren want van vrijen komt schommelen; de kano werd een schommel op de Dommel.
Toen ik eind jaren zestig in Nijmegen kwam wonen, was ik vooral geïmponeerd door de hoogteverschillen in de stad. Helemaal onderaan, in het diepste dal, lag de rivier, de drukbevaren Waal waar de Dommel een sloot bij was. Met een kano kon je daar weinig beginnen, verstandiger was het met een meisje op het droge te blijven. Ik zocht daarom het hoge droge van Groesbeek op, vijftien jaar lang. Maar elke zomer verbleef ik aan de Franse Atlanti-sche kust, huisde ik aan zee, miljoenen Walen bij elkaar.
En ik ben niet de enige die wat met zee heeft. Ik veronderstel dat zee, dat water, je vertrouwd is omdat je als waterwezen bent geboren. Gemiddeld negen maanden liggen we erin, voor we er zíjn. Daarna nooit meer zolang achtereen.Volgens oude mythen gaan we weer te water op het eind van ons leven, als we met een boot, en reken niet op een kano, de Dodenrivier, de Styx, over moeten om de Eeuwige Velden te bereiken. Het water is met onze geboorte, met ons leven, met ons vertrek uit dit leven verbonden. Rivieren zijn mythologische figuren, de Waal inbegrepen.

Nu woon ik al weer meer dan twintig jaar in Nijmegen; ik keerde terug naar de rivier, terug naar de Waal, die sinds de annexatie van de overzijdse grond - de grond waarop we hier bijeen zijn- dóór Nijmegen stroomt niet meer erlangs, waarmee Nijmegen pas echt Waalstad is geworden.
De verstedelijking aan deze zijde, die vóór de Waalsprong als de Eeuwige Velden voor de Nijmegenaren kon worden beschouwd, is over een tiental jaren voldongen feit. Stedelingen willen een skyline met gebouwen als 52Degrees, dijkdorpers verre luchten met hier en daar een kerktorentje. In een stad ben je al gauw het seizoen kwijt, op het platteland leeft men ernaar. Op het land is een paard een paard; in de stad zit er een agent op of op zijn best er een schillenboer achter. Misschien vergelijk ik wel appels met peren, maar waar hangen die over pakweg 10 jaar nog uit in de Betuwe?

Ik kom uit een dorp waarvan de omvang en de inrichting nog steeds beantwoorden aan de menselijke maat. Ik woon in Nijmegen aan een straat die ’s zomers evengoed in een dorp kan liggen met bomen, een watergang, een bruggetje en behoorlijk wat tuin. In de herfst komen er langzaam flats in zicht die er de hele winter blijven.

Nu hoop ik maar dat Nijmegen-Noord het dorpse karakter blijft eerbiedigen. En wat ik ervan gezien heb, benadert dat aardig. Veel ruimte in en om de huizen, weinig hoogbouw, zodat het uitzicht in zomer én winter weids blijft, dorps aandoende eenheden, en water met bruggetjes, kleine rustige Waaltjes, even breed als mijn oude Brabantse Dommel.

Als u de fiets- en wandelroute doet, zult u dit beamen. Ik ben een van de eersten geweest die deze tocht gemaakt hebben. Per fiets. Het begin is schitterend met het uitzicht vanaf de Snelbinder. Op de brug allerlei door kinderen ontworpen voorstellen voor een nieuwe stadspoort op de noordoever.
Daarna genieten van (de naam zegt het al) de Zaligestraat; de Oosterhoutse dijk waar de wielen aan de Waal je gemakkelijk het woord ‘wielewaal’ ingeven; de Wayensteynkolk en het verwaarloosde maar daarom niet minder interessante buitengoed Oosterhout; over dit deel van de route staat in de gids het volgende genoteerd:
LEZEN uit het gidsje (deel I onder 3, ter hoogte van het buitengoed Oosterhout: Sieraden)

Verderop stuit je op de Nijmeegse uitleg, nieuwe singels, de wadi’s; het ondanks de gedeelde annexatie ongedeerd gebleven Ressen; de kunstzinnige gevels in de Rolling Stonesstraat; Doornik, het enige zandpad op de route en de Bemmelse Dijk met de vergezichten op de Ooijpolder. Hierover lezen we in de gids:
LEZEN (deel II onder 6, ter hoogte van de Bemmelsedijk, Dwalen)

De fiets- en wandelroute wil een culturéle route zijn. En daarom pleit ik ervoor dat deze tocht wordt opgeluisterd met relevante gedichten en passages uit de Nederlandse literatuur. In het centrum van Nijmegen zijn vorig jaar vier bakens aangebracht met literaire teksten. Elk jaar zullen er vier volgen. Dat zou aan deze kant ook kunnen. En het eerste is er al, midden op de Snelbinder, een kleine ode aan Nijmegen:

‘Zij staarde in de Waal. ‘Mooi hè?’. Toen leunde ze haar bovenlijf uit ’t raampje en keek naar Nijmegen, dat daar lag op de heuvels aan de rivier, zoo on-Hollandsch, zwak romantisch, huizen boven huizen en boomen boven boomen, en zong tegen de wind en ’t gerammel van den trein over de brug’. Mooi begin van een route niet?
En om mijn goede wil te tonen - ik ben tenslotte ook stadsdichter van Nijmegen-Noord - heb ik een gedicht geschreven over een van de mooiste punten ongeveer half weg de route. En daarmee wil ik dit toespraakje besluiten.

RESSEN

Wars van inlijvende bedrijvigheid en snelverkerende
passanten ademt deze Betuwse enclave zielenrust.
Tussen boomgaarden vol grijpbaar fruit waaronder
mispels schuilen, liggen door klimop omrande graven
rond een monter kerkje. Er dwalen schapen van de
dominee. De heer is mijn herder stelt een zerk gerust.

Hier is alles zegen al komt die van boven, laat geest-
rijke taal je weten zoals dat hoort in een context waar
het Woord centraal staat. Hervormd wordt niet begrepen
als modern, al rukt de stad op in de velden, in de dreven.

De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij staat
in arduin geschreven. Liever wens je dit de mensen
die nabij zijn toe. Machtig licht valt uit een blote hemel
en plichten kunnen wachten in dit eeuwenoude heden.


Ik dank u voor uw aandacht,

Victor Vroomkoning.

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon