Rondom de Letterentafel

Installatie Nijmeegse Letterentafel, 30 oktober 2005

Ik las dat vroeger vol ontzag: ’belediging van een ambtenaar in functie’ en dat dat voor mijn katholieke ziel heel zondig moest zijn, doodzondig bijna en dat je dat behalve in de biechtstoel ook nog eens met een buitenkerkelijke penitentie moest bekopen. Het was een intrigerende term: ‘ambtenaar in functie’; bestond er ook een ‘ambtenaar buiten functie’ en wat was die dan? En mocht je die dan wél beledigen zonder binnen- en buitenkerkelijke oefeningen van berouw?

‘Wat deed je vader vroeger?’ is een nogal geregeld terugkerende vraag. De man van mijn moeder was voor de hele wereld bakker, voor mij was ie vader. Een andere betrekking tot mij had ie niet. Bakker was ie zeker niet altijd, bijvoorbeeld als hij in het hoge kerkkoor tussen de anderen stond te zingen, dan was ie de helderste tenor; bijvoorbeeld als hij na dat zingen de kerk uitwas en het nodig achtte, zijn stem te verheffen in het dorpscafé terwijl hij op het biljart danste, dan was hij de uitgelaten charmeur. Maar in beide gevallen bleef hij mijn vader. Zelfs toen hij uitgezongen, uitgedanst, uitgeleefd was, voor mij zo dood als niemand vóór hem, bleef hij mijn vader.En nog altijd is hij dat gebleven, vader in functie zolang ík leef.

Toen men in een teeveeprogramma Harry Mulisch de vraag stelde, hoe het hoofdstuk waaraan hij werkte

verder zou gaan, zei hij: dat kan ik nu niet zeggen, komt u maar terug als ik ermee bezig ben. Ik ben pas schrijver, verduidelijkte hij, als ik schrijf. Ik kan nog zoveel zinnen bedenken, een plot in mijn kop hebben, het komt er pas uit terwijl ik het opschrijf, als ik schrijver ben. Schrijver in functie dus.

Toen ik nog les gaf, tussen vrouw en kinderen leefde, was ik op een doodgewone schooldag vader van altijddurende bijstand voor mijn kinderen, voor mijn vrouw haar onaflatende man als mij dat uitkwam, voor mijn vrienden een verre buur, voor mijn buren een bierdrinkende ‘hé daar heb je ‘m weer’, voor mijn leerlingen hun docent 3 x 3 lange kwartieren per week. Toch was ik - waarschijnlijk op grond van mijn salaris - voor de buitenwacht leraar, zelden vader, vriend, tuinman, voorlezer, minnaar, moppentapper, fantast, zaalvoetballer, dichter, pianospeler, plaatsjesdraaier, of dromer, een functie die je toch een uur of zes-zeven per etmaal uitoefent.

Nu vullen zich mijn etmalen met fietsen, wandelen, een weinig liefkozen, reizen, veel dromen, en soms dichten en ik ben er blij om, dat ik voor dat laatste destijds een pseudoniem gekozen heb, zodat het voor mij en voor anderen nog duidelijk is waar ik dan mee doende ben. Vroomkoning schrijft gedichten, Van de Laar niet. Beter: als Van de Laar gedichten schrijft, is hij schrijver, noemt hij zich Vroomkoning. Anders gezegd: Vroomkoning is dichter in functie, daarbuiten Van de Laar die hooguit een gat in de tuin dicht dat hij er ingesprongen heeft, nadat Vroomkoning een gedicht voltooid heeft, waarvan hij weet dat het in een tijdschrift weer voor 15 eurootjes zal worden afgedrukt.

Toen ik de uitnodiging voor deze Letterentafel ontving, stelde ik mezelf meteen de vraag: wat ga je daar doen?
De aanwezigen zouden daar bijeen zijn op een moment dat ze juist niet datgene zouden doen waarom ze waren uitgenodigd: niemand zou je zien zitten schrijven, niemand verkocht er boekjes, recenseerde er, zou er een column schrijven, gaf er uit, las er zelfs - hoewel de plaats van de LETTERENTAFEL, midden in de bibliotheek, daartoe wel uitnodigde. Wat zou ik daar dus gaan doen? De context was immers weg; we waren er met z’n allen in cognito, buiten functie.

Bovendien ging het ook nog om een Níjmeegse Letterentafel.Wat is er Nijmeegs aan mij, vroeg ik me af, aan mijn gedichten, sinds wanneer ben ik, voel ik me Nijmegenaar?
Tja, het enige wat ik van mijzelf kan zeggen, is dat ik er een flink deel van het jaar woon, mijn kinderen zijn er geboren, ik studeerde er, oefende er mijn leraarschap uit, heb er een aantal vrienden, contacten, ga er uit; maar ik heb niet zo heel veel met deze stad, spreek geen woord Nijmeegs en (waar het hier om gaat) het merendeel van mijn gedichten hebben niets uitstaande met deze stad; bovendien dichten doe ik ook – zoals een maand geleden- in een ver buitenland op de Nijl, of dichter bij huis, in Arnhem wat voor menig Nijmegenaar absoluut buitenland is.
Wat is een Nijmeegse dichter? Hij die over Nijmegen schrijft, er woont, er dicht? Zeg het maar. Wie mag er rond de Nijmeegse Letterentafel? Een vrouw uit een leeskring bij haar om de hoek aan de Nijmeegse Postweg; een bediende in een Nijmeegse boekhandel, zelf woonachtig in Tiel; een in Nijmegen wonende redacteur die zijn werkplek in Amsterdam heeft; een docent aan de Radbouduniversiteit wonende te Wychen die literaire jury’s frequenteert; een journalist van De Gelderlander die overdag door Nijmegen zwerft maar ’s avonds voor de buis in Bemmel rondhangt, een dagelijkse bezoekster van deze bibliotheek?
Vorig jaar was er in Bergen op Zoom een samenkomst van Brabantse dichters. Ik was daar ook uitgenodigd, omdat ik in het Brabantse Boxtel geboren ben, er opgegroeid, legde men mij de motivering uit. Ik woon er al lang niet meer, schrijf er nauwelijks over, spreek nog wel de gemeenzame taal als ik er kom, maar ben ik daarom een Brabants schrijver?

Ik verkeer regelmatig tussen dichters tijdens optredens; als er íets is wat tijdens de gesprekken nauwelijks aan bod komt, is het het gedeelde dichterschap; je hebt het over je kinderen, je geliefde, je optredens, geldkwesties, uitgevers, kommer en kwel, maar zelden gaat het om waar je mee bezig bent. Je bent pas dichter als je dicht en dat doe je in strikte eenzaamheid.

De gedichten die ik schrijf, schrijf ik overal. Ik ben dichter als ik dicht, waar ook ter wereld, te land, ter zee of in de lucht ongeacht het uur. Het weinige dat ik dicht, is Nederlands op grond waarvan je me een Nederlands dichter zou mogen noemen op de momenten dat ik dicht, als dichter in functie ben.

Er zijn mensen die zich voortdurend schrijver, boekhandelaar, journalist of weetikwat wanen, altijd als zodanig in functie zijn, en voor het overige er weinig toe schijnen te doen: een schrijver van alles, daarbuiten niks, belediging van een mens in functie. En omgekeerd, en daar geef ik de voorkeur aan, zoals ik altijd het leven boven de werkelijkheid van een boek gesteld heb: een mens van alles boven een dichter van niks.

Liever dan in een lokaliteit als deze, hoe goed bedoeld ook, kwam ik met gelijkgestemden, als een tenor onder tenoren, bijeen in een uitspanning, van laten we zeggen het tijdstip waarop deze bijeenkomst beëindigd wordt, nu dus, tot een wijle in de nacht, waar men bier en wijn schenkt, waar muziek speelt live of niet en waar men elkaar meet naar de menselijke maat.
En vooruit: als er een biljart staat, wie waagt het erop te dansen als mijn vader?

Walter van de Laar
Algemene Bibliotheek, Mariënburg
Nijmegen, 30 november 2005

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon