De rivier en ik

Bij de uitreiking van de prijzen, bibliotheek Mariënburg, Nijmegen, 15 november 2005

Vroeger woonde ik in Brabant; in mijn dorp stroomde de Dommel, prachtige naam voor een stroom waarbij je weg kon dommelen. Ik liet me wel eens met een kano uit op haar lichte golfslag, soms met een meisje en dan was het moeilijk, je evenwicht te bewaren want van vrijen komt schommelen.
Toen ik eind jaren zestig in Nijmegen kwam wonen, was ik vooral geïmponeerd door de hoogteverschillen in de stad en eromheen. En helemaal onderaan lag dan de rivier, een drukbevaren stroom waar de Dommel een sloot bij leek. Met een kano kon je daar weinig beginnen, verstandiger was het met een meisje op het droge te blijven. Ik zocht daarom het hoge droge van Groesbeek op, vijftien jaar lang.
Maar elke zomer verbleef ik aan de Franse Atlantische kust, huisde ik aan zee, miljoenen Walen bij elkaar. Zonder water kon ik niet. Ik schreef er, zeker vijftien jaar geleden, het volgende gedicht:

Vloedlijn

Nooit moeder zo nabij
als bij Bordeaux. De cel
waaruit ik bel, maakt
nu het vloed is bijna

water.Ik voed de navel-
streng van duizend kilo-
meter met munten van een
franc. Cijfers geven aan

hoelang ik nog mag luisteren
naar adem die mij leven gaf.
De haren in mijn oren rijzen
van de dingen die zij fluisterend

kan zeggen nu ik zover weg ben.
Als ik naar vader dreg, bekent
zij mij zijn dood vlakbij.
Ik hoor hem sterven in haar stem.

Tweemaal per week spoelt moeder
aan, ebt vader weg. En ik maar
staren over zee, mijn droge lippen
in de schelp van haar oor.

De zee zag ik zo’n beetje als het vruchtwater, het eerste water dat je ontmoet. Ik denk, dat het daarom is, waarom de meesten van ons zich zo thuis voelen nabij water.
Gemiddeld negen maanden liggen we erin voor we er zíjn, volgens oude mythen gaan we weer te water op het eind van ons leven, als we de Dodenrivier, de Styx, over moeten om de Eeuwige Velden te bereiken. Ik maakte,ook al weer lang geleden, in een gedicht van de Waal de Dodenrivier, de Styx. Lezen:

Overzet

Wat is water anders dan gesmolten
sneeuw, denk ik wanneer we voor de
Waal staan. De lege pont legt aan,
de veerman wil een daalder voor zo’n

honderd meter mist. Dodewaard Transport
staat op zijn pet, zijn hand is schraal
van wisselgeld, raven wieken rond
zijn kop als meeuwen in negatief.

Aan de overkant allesbehalve perspectief.
De ruiten van de wagen sneeuwen langzaam
dicht, de wissers benen het niet bij.

Het land verdwijnt, de beesten die nog
buiten zijn vergeesten. Slippend komen
we onszelf tegen. Wij verstijven.

Een maand geleden voer ik op de Nijl die in het Oude Egypte dezelfde functie had als de Styx bij de Grieken:
men begroef de doden aan gene zijde van deze rivier, in de woestijn.

Het water is dus met onze geboorte, met ons leven, met ons vertrek uit dit leven verbonden. Rivieren zijn mythologische figuren. Maar wat een rivier in wézen is, ontgaat me, weet ik niet. Ik heb me dat afgevraagd in een gedicht maar kreeg er geen antwoord op, noch van het gedicht zelf, noch van de rivier in kwestie, noch van het meisje met wie ik in de kano probeerde droog te blijven, of de vrouw met wie ik in Groesbeek de hoogste heuvel opzocht om van daaruit naar de Atlantische kust te kunnen kijken. Lezen:

Een rivier

Je kent haar loop haar oevers
haar bedding. Je kunt erin
varen vissen zwemmen, erop
schaatsen soms. Kan ze zonder jou?
Staat ze droog is ze dan nog rivier?
Heeft ze een ziel? Verwisselt men
het water van Maas en Waal
wisselen dan ook de namen?

Een rivier is als zij met wie je leeft.
Ze bestaat, maar wat is haar zin
buiten jou?

Victor Vroomkoning Tachtig, Zijn mooiste gedichten/ Intiem bestaan, over de poëzie van Victor Vroomkoning Gebroken WitVrije ValParenOmmezienDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekVerloren spraakIJsbeerbestaanLippendienstOud zeerEcho van een echoKlein MuseumDe laatste dingenDe einders tegemoetOorlogsgeweld in OoijpolderMijn overbuurvrouw is een meeuwLevensbericht Wam de MoorHet Nijmegengevoel Langs brede rivierenOranjesingel 42 Het BenedenstadsliedIk wou dat ik een vogel wasViering 80ste verjaardag op 6 oktober 2018Vluchtelingen in de stadVroom, frivool, VileinIlja Leonard PfeijfferOmtrent VincentGelderlandDe 100 mooiste wielergedichtenVan Hugo Claus tot Ramsey NasrAvenueDe eerste eeuw van BoonDe Nederlandse poëzie in pocketformaatBoem Paukeslag!Tijd is niks, Plaats bestaatOlifant in BoaDe bruiloft van KanaSchijndel belicht en gedichtPoëzie & beeldenStadsdichters bijeenLuister - Rijk - KijkenArnhem-NijmegenAgenda 2007TransfiguratieVers verpaktVerstild Nijmegen, Agenda 2006Waar ik naar verlang vandaagHet liefste wat ik heb25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980-2005Agenda 20051944 - Brabants Centrum - 2004Alles voor de liefdeNooit te vangen met haar eigen penNavel van ’t landSpiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst10 Jaar NijmegenprentDe geur van ieder seizoenHet is vandaag de datumDe mooiste sonnetten van Nederland en VlaanderenHoe wordt je halfopen mond gedichtRoute 65Het mooiste gedichtBr.O.Nr.Geen dag zonder liefdeInversZie de stille minuut van de roosGroesbeekOmmetje DukenburgEen proces in de hersenenKeer dan het getij en schrijf!Circuit des SouvenirsSchrijversportrettenDodemontStapelenHet formaat van waterlandBij verstekIJsbeerbestaanTurning TidesEen zucht als vluchtig eerbetoon