Dit gedicht is opgenomen in ‘Zuid- Holland, poëzie van landschap en maatschappij’
Stichting Achterland, Zeist 2020.
DUIN
Zie wat mij spant:
een uitgestrekt vlezig
harig glimmend ding
beschenen door de zon.
Het ademt zacht.
Vijf uur is het, de vloed
rolt aan. Over het duin
scheert een vlieger, over
haar rug mijn middelvinger
die de rozenkrans van
jaar wervel bidt.