22 augustus 1979 – 22 augustus 2019, gedichten voor en over hem uit de bundels van zijn vader.
Ik bundelde 27 gedichten voor mijn jarige zoon. Op zijn verjaardag kreeg hij deze bloemlezing in restaurant Camping Ganspoort te Utrecht. Hieruit 3 gedichten:
ERFGOED
Hoe ik mijn zoon besmet
met angsten die mijn vader
in mij uit deed breken.
Kijk uit!, smeek ik
terwijl ik plaatsvervangend
huiver voor de Duitse herder
die hem likt.
Hoe hij ze verder uit zal
zaaien, zelfde verlammingen,
onverhoedse stollingen
van eender bloed.
Hoe toekomst onherroepelijk
verleden aanmaakt, hoe steeds
meer vroeger in ons woekert.
VADERDAG
Ik had vannacht zijn proppen
in mijn keel. Geen gezicht
had hij meer, slechts
een met tampons en watten
opgezette neus, overdreven
clown half lachend half
huilend in zijn ziekenhuisbed.
Nu mijn zoon naast me in bed
met een zelfgetekend portret
van zijn vader. Van mijn vader.
SLANG
Je wekt je zoon want sterft
van het noodweer terwijl
hij rustig doorslaapt.
Kijk een slang! wijs je
– jezelf geruststellend –
een lichtflits na
en hoor jij die trommels?
Misschien maak je daarom kinderen
om je angsten klein te krijgen
voorstelbaar te maken
en niet helemaal verstijfd
te staan van de laatste inslag
de finale beet.